Het mooie aan werken in een spellenwinkel is, dat je makkelijk nieuwe spellen kunt uitproberen. Af en toe zelfs op het werk! Altijd gezellig om met collega's om tafel te zitten en te proberen ze te slim af te zijn. In deze column vertellen we over onze ervaringen.
Recent lag Manhattan op tafel. Een vrolijk uitziend spel met fraaie componenten. Even konden we ons architecten wanen, die in zes wijken op Manhattan de mooiste torenflats neerzetten, verspreid over negen blokken. Iedereen kreeg zijn bouwstukken en vier kaarten met daarop bouwplaatsen. Na een korte uitleg konden we van start.

Aan het begin van de ronde moet iedereen kiezen welke bouwstukken ze deze ronde gaan gebruiken. Er zijn stukken met één, twee, drie en vier verdiepingen. Het aantal verdiepingen is van belang, omdat je alleen op een torenflat mag bouwen, als je daarna minstens evenveel verdiepingen hebt als degene met tot dan toe de meeste verdiepingen. Meteen werden er verschillen zichtbaar, want waar de één juist begon met hoge blokken, begon een ander juist met alleen lage.
Om een verdieping te plaatsen, speel je een kaart waarop de bouwplaats staat afgebeeld. Daarna plaats je één van jouw eerder gekozen bouwstukken en plaats je die in een wijk op het afgebeelde blok. Tenslotte vul je je hand weer aan tot vier kaarten. Al gauw verrezen de eerste, nu nog vrij lage, gebouwen in de stad. Eerst netjes op vrije plaatsen, maar al vrij snel kwamen de eerste overnames. Waarom zou je immers zelf van de grond af gaan opbouwen, als je ook gebruik kunt maken van het werk van iemand anders...
Nadat iedereen zijn vier kaarten had gespeeld, was het tijd voor eerste puntentelling. De hoogste torenflat op het bord levert drie punten op, de meerderheid aan torenflats in een wijk twee en elke torenflat die je op het bord hebt, één. Meteen was duidelijk waarom het misschien handig is om te beginnen met bouwstukken van meer dan één verdieping, want dat leverde nu een leuke voorsprong op.
De startspeler wisselde en een volgende ronde ging van start. Uiteraard moesten een paar torenflats worden heroverd door de oorspronkelijke eigenaar. Je hecht je toch een beetje aan het gebouw dat je met veel bloed, zweet en tranen hebt weten neer te zetten. Er werd ook meer uitgebreid binnen de wijken, om zo meerderheden te kunnen veroveren en meer torenflats op het bord te hebben. Wat natuurlijk weer nieuwe mogelijkheden geeft om elkaar lekker dwars te zitten door een gebouw over te nemen. Iedereen was goed op dreef en dat bleek ook bij de puntentelling, want we kropen wat dichter naar elkaar toe.
In de volgende ronden wisselden de hogere torenflats nog vaak van eigenaar, in een poging het hoogste gebouw in handen te krijgen. Ook ontbrandde er in één wijk een strijd om de meerderheid, waarbij juist steeds meer lage gebouwen naast elkaar gebouwd werden. Het is altijd leuk als je precies de juiste kaarten hebt om dat ene gebouw over te nemen of te bouwen, waardoor je niet alleen de meerderheid van de ander afpakt, maar deze ook zelf in handen krijgt, of misschien als leuke bonus ook nog het hoogste gebouw bezit. Vooral als je de laatste bent die in die ronde nog iets mag doen...
Uiteindelijk eindigde het spel met scores van 57 - 64 - 69 na een gezellig half uur spelen.
~ Martha